Zoeken

Evangelie volgens Marcus 14,2 - Want ze dachten: “Niet op het feest; er mochten anders eens onlusten ontstaan onder het volk.”
Evangelie volgens Matteüs 26,5 - “Maar,” zeiden ze, “niet op het feest; anders mochten er eens onlusten ontstaan onder het volk.”
Numeri 16,34 - Toen de Israëlieten die eromheen stonden hun kreten hoorden, vluchtten zij allen weg, want zij dachten: `Anders verslindt de aarde ook ons nog!'
Wijsheid van Jezus Sirach 45,22 - Maar in het land, dat het volk kreeg, mocht hij geen erfelijk bezit ontvangen; in hun midden kreeg hij geen deel, want de Heer is zijn deel en zijn erfgoed onder de zonen van Israël.
Evangelie volgens Johannes 7,8 - Gaat gij maar naar het feest; Ik ga nog niet naar dat feest, want voor Mij is de tijd nog niet rijp.”
2 Kronieken 32,4 - Men bracht veel volk op de been en stopte alle bronnen dicht, ook de beek die door het stadsgebied stroomt, want ze dachten: 'Als de grote koning van Assur komt mag hij geen druppel water vinden.'
Exodus 33,16 - Hoe is het anders duidelijk dat ik en uw volk uw gunst genieten, tenzij doordat Gij met ons meetrekt? Ik en uw volk nemen toch een bijzondere plaats in onder alle volken op de aardbodem.'
Jesaja 30,29 - Dan zullen liederen bij u weerklinken als in de nacht van het heilige feest; er zal vreugde heersen in uw hart, zoals bij hen die onder fluitspel optrekken naar de berg van jahwe, de rots van Israël.
Ezechiël 2,5 - En of ze luisteren of niet, want het is een weerspannig volk: ze zullen erkennen dat er onder hen een profeet geweest is.
Ezra 6,22 - Vol blijdschap vierden zij zeven dagen lang het feest van de ongezuurde broden, want door Jahwe's goedheid mochten zij zich verheugen in de gunst van de koning van Assur, die hun bij de bouw van de tempel van Israëls God zijn steun had verleend.
Psalmen 14,7 - O, dat toch Israëls heil uit Sion dagen mocht! Het komt: als God de keer, de keer brengt voor zijn volk en Jakob juichen mag, Israël feest zal vieren!
Genesis 42,4 - Alleen Benjamin, de broer van Jozef, liet Jakob niet met zijn broers meegaan, want, dacht hij: `Er mocht hem eens een ongeluk overkomen.'
2 Makkabeeën 6,4 - In de tempel vierden de heidenen liederlijke en uitgelaten feesten, zij maakten er plezier met courtisanen, hielden in de heilige voorhoven gemeenschap met vrouwen en brachten er allerlei dingen binnen die er niet mochten zijn.
2 Korintiërs 2,1 - Want een ding had ik mij voorgenomen: mijn eerstvolgend bezoek aan u mocht onder geen beding weer een bezoek in droefheid zijn.
Handelingen van de Apostelen 5,25 - Maar iemand kwam hun melden: “De mannen die gij in de kerker hebt gezet, bevinden zich in de tempel en onderrichten het volk.”
2 Samuel 17,29 - honing en boter, schapen en runderen. Zij boden dat David en zijn leger aan, want zij dachten: `Het leger zal in de woestijn wel hongerig zijn geworden en uitgeput en dorstig.'
Micha 4,12 - Maar die volken beseffen niet, wat de gedachten van Jahwe zijn; zij begrijpen niets van zijn plan om hen te verzamelen als schoven op de dorsvloer.
Judit 16,20 - Drie maanden lang vierde het volk feest voor het heiligdom in Jeruzalem en Judit bleef bij hen.
Tobit 13,3 - Dankt Hem, Israëlieten, ten aanhoren van de volken, want Hij heeft ons onder hen verstrooid.
Titus 2,8 - uw prediking heilzaam en onaanvechtbaar. Dan weet de tegenstander niets kwaads van ons te zeggen en komt hij misschien tot andere gedachten.
Jeremia 3,19 - Ik dacht: Wat zou Ik u graag als mijn kinderen behandelen, u een heerlijk land geven, mooier dan van enig ander volk! Ik dacht: Ge zult mij uw Vader noemen en u niet van Mij afwenden.
2 Makkabeeën 10,6 - Vol vreugde vierden ze acht dagen lang feest, zoals dit voor het loofhuttenfeest gebruikelijk is. Ze dachten daarbij terug aan het loofhuttenfeest, dat ze kortgeleden gevierd hadden, toen ze nog als wilde dieren in grotten in de bergen huisden.
Jesaja 65,22 - Zij bouwen niet meer wat een ander zal bewonen en planten niets aan, waarvan een ander eten zal. Want de levensdagen van mijn volk zullen even talrijk zijn als die van de bomen, en mijn uitverkorenen zullen zelf genieten van het werk van hun handen.
Klaagliederen 4,20 - De gezalfde van Jahwe, ons leven, is in hun vangkuil gevallen; en wij dachten nog wel: `In zijn schaduw leven wij onder de volken.
Ezechiël 25,10 - Aan de bewoners van het Oosten zal Ik het in bezit geven, samen met Ammon, opdat er onder de volken niet meer aan gedacht zal worden.
Nehemia 8,12 - En het volk ging eten en drinken en deelde van zijn maaltijd aan anderen mee. Ze vierden uitbundig feest, want ze hadden begrepen wat hun was voorgehouden.
Genesis 18,12 - Daarom moest Sara bij zichzelf lachen, want zij dacht: `Zal ik dan nog liefde genieten, nu ik verwelkt ben en ook mijn heer al oud is?'
Wijsheid van Jezus Sirach 18,33 - Breng uzelf niet tot de bedelstaf door feest te vieren met geleend geld, terwijl gij niets in uw beurs hebt.
Wijsheid van Jezus Sirach 45,21 - want zij mochten eten van de offers, aan de Heer gebracht die Hij aan hem en aan zijn nageslacht schonk.
2 Korintiërs 3,13 - geheel anders dan Mozes, die zijn gelaat met een sluier bedekte, want de Israëlieten mochten het verdwijnen van de vergankelijke glans niet bemerken.
Wijsheid van Jezus Sirach 3,24 - Want zelfoverschatting heeft velen op een dwaalspoor gebracht en ongezonde inbeelding heeft hun gedachten ontwricht.
Wijsheid van Jezus Sirach 24,29 - Want haar gedachten zijn voller dan de zee en voller dan de diepte zijn haar besluiten.
Ezechiël 13,19 - Ge ontwijdt mijn naam bij mijn volk voor een handvol gerst en een stuk brood; gij doodt levens die niet mochten sterven en levens die verdienen te sterven tracht gij te behouden, want gij misleidt mijn volk, dat naar uw leugens luistert.
Handelingen van de Apostelen 23,21 - Maar geloof hen niet, want meer dan veertig van hen bereiden hem een hinderlaag en hebben zich onder ede verbonden niet te eten of te drinken, totdat zij hem gedood hebben: en nu staan ze klaar in afwachting van uw toezegging.”
Deuteronomium 8,17 - En mocht bij u de gedachte opkomen: `Met mijn eigen kracht en met mijn sterke hand heb ik deze rijkdom verworven,'
Evangelie volgens Johannes 4,42 - Tot de vrouw zeiden ze: “Niet langer geloven wij om wat gij gezegd hebt, want wij hebben Hem zelf gehoord en wij weten, dat Deze werkelijk de redder van de wereld is.”
Deuteronomium 7,20 - Angst en beven zal Jahwe uw God onder hen doen ontstaan, tot ook de laatsten onder hen die zich voor u hadden verscholen, de dood vinden.
1 Makkabeeën 1,11 - In die tijd kwam in Israël een geslacht op, dat zich om de wet niet bekommerde en velen wist te winnen voor de gedachte een verbond te sluiten met de volken rondom.' Want,' zeiden ze,' sinds we ons van hen hebben afgescheiden, hebben ons vele rampen getroffen.'
Apokalyps / Openbaringen 11,10 - En de bewoners der aarde maken zich vrolijk over hen en vieren feest en zij sturen elkaar geschenken, want deze twee profeten waren voor hen een kwelling.
Rechters 16,2 - Toen het de inwoners van Gaza ter ore kwam dat Simson in de stad was, zetten zij overal posten uit en bleven de hele nacht bij de stadspoort op hem loeren. Zolang het nacht was, deden zij verder niets; zij dachten: `Als het morgenlicht komt vermoorden wij hem.'
Jesaja 60,12 - Want het volk en het koninkrijk dat u niet dient zal ten onder gaan, en de volken zullen worden verdelgd.
Ester 3,8 - En Haman zei tot Ahasveros, de koning: 'Er is een enkel volk, dat onder de volken in alle provincies van uw koninkrijk verspreid is en dat zich afzondert. Hun wetten verschillen van die van alle andere volken, en aan de wetten van de koning houden zij zich niet. Het zou de koning niet passen deze lieden te laten begaan.
Judit 5,10 - Vervolgens zakten ze af naar Egypte, want het land Kanaän ging gebukt onder hongersnood. Ze bleven daar wonen zolang ze er voedsel vonden en groeiden uit tot een groot volk, dat niet te tellen was.
Judit 11,10 - Daarom, machtige heer, veronachtzaam zijn woorden niet, maar neem ze ter harte, want ze zijn waar: ons volk wordt niet gestraft en niet door het zwaard bedwongen, tenzij het zondigt tegen God.
Genesis 32,21 - Zeg hem: Uw dienaar Jakob komt achter ons aan.' Want hij dacht: `Laat ik hem gunstig stemmen door geschenken te sturen; als ik hem daarna onder de ogen kom, zal hij mij misschien vriendelijk ontvangen.'
Exodus 13,17 - Toen Farao het volk had laten vertrekken liet God hen niet door het gebied van de Filistijnen gaan, hoewel deze weg korter is. Want als het volk aangevallen zou worden, dacht God, zou het spijt kunnen krijgen en terugkeren naar Egypte.
1 Makkabeeën 10,4 - Want, dacht hij,' wij moeten hem aan ons verbinden, voordat hij zich verbindt met Alexander tegen ons;
Wijsheid van Jezus Sirach 42,18 - Hij peilt de afgrond en het mensenhart en Hij doorziet hun diepste gedachten, want de Allerhoogste weet alles en Hij ziet tot aan de eindpaal van de tijd.
Deuteronomium 15,9 - En laat bij u niet de lage gedachte opkomen, dat het zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, nabij is, zodat ge geen medelijden toont met uw arme broeder en hem niets leent. Want beroept hij zich tegen u op Jahwe, dan wordt gij schuldig bevonden.
Wijsheid 4,14 - want zijn ziel was welgevallig aan de Heer: daarom ging hij spoedig heen uit de slechte wereld. De mensen zien dat wel, maar begrijpen het niet; in hun gedachten komt zoiets niet eens op,